Het meten van je bloedsuikerspiegel.

Je bloedsuikerspiegel meten is een van de belangrijkste middelen om je diabetes te beheersen. Meestal wordt je bloedsuikerspiegel ook getest als je in het ziekenhuis komt. Maar een enkele test is van weinig waarde.

Goede diabetescontrole vereist dat je je bloedsuikerspiegel in de loop van iedere dag test zodat je je behandeling als dat nodig is kunt aanpassen.

 
Meestal ervaar je alleen maar symptomen van diabetes als de bloedsuikerspiegel heel hoog of heel laag is. Maar je bloedsuikerspiegel kan ook buiten de normale waarden komen zonder dat je daar last van hebt. Het is dus niet genoeg om voor aanpassingen in je behandeling af te gaan op symptomen. Je moet je bloedsuikerspiegel wel degelijk regelmatig controleren.
Hoe test je je bloedsuikerspiegel?
Prik met een klein naaldje in je vingertop of oorlel om een druppel bloed te krijgen. Doe de bloeddruppel op het speciaal geprepareerde uiteinde van een teststrip en wacht vervolgens een aantal seconden tot de uitslag van de chemische reactie verschijnt. De uitslag is afhankelijk van de hoeveelheid suikers in het bloed. Lees de bloedsuikerwaarde daarna af.

Hoe kies je de bloedsuikermeter die het beste bij je past.
Er zijn verschillende bloedsuikermeters in de handel. Ze meten allemaal de hoeveelheid suiker in het bloed, maar ze verschillen in gebruiksgemak, vorm en technisch vernuft. De ene meter komt waarschijnlijk beter tegemoet aan je wensen dan de andere.

Stel jezelf de volgende vragen voordat je een keuze maakt:
* Is de meter gemakkelijk in gebruik?
* Is de meter goed getest en bewezen nauwkeurig?
* Is de display gemakkelijk af te lezen?
* Hoeveel bloed is er nodig om de test uit te kunnen voeren?
* Kan de meter alles wat jij wilt (uitslagen-geheugen,        meertalig, aan te sluiten op een elektronisch dagboek)?
* Welke ondersteuning biedt de leverancier?
Je diabetes zorgteam kan je helpen bij je keuze.
Wanneer kun je je bloedsuikerspiegel het beste meten?
Door het testen van je bloedsuikerspiegel kom je erachter hoe goed je de factoren die van invloed zijn op je diabetes onder controle hebt. Hoe vaak je je bloedsuikerspiegel moet meten hangt af van je leefwijze en van de redenen die je hebt om te controleren.
Het is het beste om je bloedsuikerspiegel frequent te meten. En dat geldt vooral als je wijzigingen aanbrengt in je dagelijkse routine.
Als je elke meting gebruikt om je volgende dosis insuline te bepalen of je maaltijd te plannen, zal je voor elke injectie of elke maaltijd moeten testen.
Alle bloedsuikermetingen geven je inzicht in het management van je diabetes. Je hebt alleen ervaring nodig om elke test te kunnen interpreteren en om de informatie te kunnen gebruiken voor je diabetescontrole.
 
Van niemand wordt verwacht dat hij of zij elke dag de bloedsuikerspiegel meet. Testen is wel zinvol op de volgende tijdstippen:
* Voor de hoofdmaaltijden (ontbijt, lunch, diner).
* 1 ½ tot 2 uur na het eten.
* Rond bedtijd.
* In het midden van de nacht (03.00 uur).
* Voor en na lichaamsbeweging.
* Als je voelt dat je bloedsuiker te hoog of te laag is.
* Als je ziek bent.
 

Je diabetesteam helpt je beslissen hoe vaak jij je bloedsuikerspiegel moet meten om je diabetes onder controle te houden.

Hoe maak je een bloedsuikerprofiel?
Een bloedsuikerprofiel laat een patroon van je bloedsuikers over een langere periode zien. Dat levert waardevolle informatie op over de effectiviteit van je behandelplan. Om zo een profiel te maken, meet je je bloedsuikerspiegel vóór elke hoofdmaaltijd, 1½ uur na de hoofdmaaltijden, rond bedtijd en om 03.00 uur 's nachts (om te controleren op nachtelijke hypoglycaemie).

Voor een bloedsuikerprofiel meet je je bloedsuikerspiegel 1 tot 3 dagen volgens het bovenstaande schema. Je diabetes zorgteam helpt je te onderzoeken hoe vaak jij een profiel zou moeten maken.