De rol van insuline en glucagon.

Insuline en glucagon worden geproduceerd in kleine groepjes cellen van de pancreas. Deze groepjes heten de eilandjes van Langerhans. Elk eilandje bevat cellen die insuline maken (bčtacellen) en cellen die glucagon maken (alfacellen). Insuline en glucagon zijn hormonen. 

Dat zijn stoffen die boodschappen van het ene deel van het lichaam naar het andere deel brengen. Insuline komt vrij als de bloedsuikerspiegel te hoog is. Het zet cellen er toe aan suiker te gaan gebruiken. Glucagon wordt juist gemaakt als de bloedsuikerspiegel te laag wordt. Glucagon seint dan naar de lever dat het suikers moet afstaan aan het bloed.
Wat gebeurt er nou eigenlijk als de bloedsuikerspiegel stijgt?
Na een maaltijd worden er suikers in de bloedbaan opgenomen. Een kleine toename van de hoeveelheid suikers in het bloed zorgt er al voor dat de bčtacellen in de pancreas insuline gaan produceren. Insuline zorgt er vervolgens voor dat de suikers voor verbranding vanuit de bloedstroom in de spieren en andere organen opgenomen worden.

Ook seint insuline naar de lever dat het suiker op moet slaan voor later gebruik. Zo blijft de bloedsuikerspiegel bij mensen die geen diabetes hebben na een maaltijd binnen nauwe grenzen.

Maar wat gebeurt er dan als de bloedsuikerspiegel daalt?
Natuurlijk verbrandt het lichaam altijd wel wat suiker. Zelfs als je slaapt werken immers je hersenen, je hart en je longen. Ook die activiteiten vragen energie en dus brandstof.
Als het lichaam meer suikers nodig heeft, daalt de hoeveelheid insuline en stijgt de hoeveelheid glucagon. Voor de lever is dat het signaal om extra suikers de bloedbaan in te sturen en er zo voor te zorgen dat de bloedsuikerspiegel niet teveel daalt.

Als er geen suikers beschikbaar zijn kan het lichaam ook vet, een andere brandstof, gebruiken. Vet is in het lichaam opgeslagen als triglyceride. Als het vet verbrandt, komen vetzuren en glycerol in het bloed. Vanuit de bloedbaan worden ze geabsorbeerd door de cellen die brandstof nodig hebben.

Tijdens inspanning kunnen spieren om aan extra energie te komen heel snel vet verbranden. Het lichaam handhaaft de goede hoeveelheden suiker en vetzuren in het bloed door steeds de hoeveelheid insuline, glucagon en andere hormonen aan te passen.